Trainen in vrijheid
Mijn paard Skip heeft een gecompliceerd karakter. Vier jaar geleden intrigeerde hij me daarmee en daarom heb ik hem gekocht. Maar dat hij zo uitdagend zou zijn als in de loop der jaren is gebleken had ik niet gedacht! Hij heeft een rijk palet aan ‘states’ waarin hij zich kan bevinden: sceptisch, kijkerig, schrikkerig, gespannen, uitbundig, verveeld, dominant, eisend, pesterig, bozig, dociel, braaf, spelerig, introvert en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het is elke dag weer een verrassing in wat voor state ik hem aantref en hoe hij reageert op wat ik met hem doe. Ik wil natuurlijk graag een geïnteresseerd, ‘werklustig’ paard als ik hem berijd of op de grond met hem speel maar vaak loop ik aan tegen zijn minder fijne karaktertrekken.
Als ik de wei binnenkom, komt hij altijd naar me toe en wil graag gekrabd worden. Hij kan daar ontzettend van genieten. Wanneer ik het juiste plekje heb gevonden en hem daar kriebel, strekt hij zich uit van borst tot bovenlip en zwaait ongegeneerd met zijn lange hals heen en weer. Hij doet me dan aan een ijsbeer denken, vooral in de winter met zijn dikke witte vacht. Hij kan zeer veeleisend zijn over dat krabben: het liefst laat hij zich aan de binnenkant van zijn achterbenen kriebelen. Als het aan hem ligt laat hij een respectvolle begroeting met de voorkant van zijn lichaam achterwege en ‘parkeert direct achteruit in’ om zijn genot te halen. Dat hij daarbij zowat over me heen walst stoort hem niet. Ik heb geleerd kalm maar vasthoudend op zulk gedrag te reageren. Krabben oké, maar dan wel op mijn voorwaarden: Eerst netjes begroeten en ík bepaal wanneer en waar ik je krab!
Meestal maken Regine en ik eerst de wei vrij van mest en gaan daarna spelen of rijden met onze paarden. Soms hebben we dagen achtereen te weinig tijd om naar het bos te gaan en spelen we wat aan de longe op het veld. Hoe snel ontdekt Skip het patroon als ik hem kom halen met halster, touw en stick! Op dag 3 kun je het van zijn gezicht lepelen: “Oh, alweer aan de lijn? Ik geloof niet dat ik daar veel zin in heb!” En dat terwijl ik mijn best doe om een goede mix te maken tussen consistentie en variatie. Ik kan natuurlijk zeggen: “Niks mee te maken Skip, het is belangrijk dat we je lichaam trainen. Zelf ga ik ook naar de sportschool om in conditie te blijven!”
Bij Skip werkt zo’n aanpak niet. Hij doet dan wel wat ik vraag maar zonder veel enthousiasme. Vandaag had hij weer zo’n bui. Hij liep wat stram en er zat geen pit in. Daarom koos ik voor een andere aanpak. Ik leidde hem naar een afgesloten stuk weiland van ongeveer 25 bij 50 meter. Daar klikte ik hem los en vroeg hem om me heen te draven. Al naar gelang zijn state blijft hij bij me op de cirkel of rent hij weg om onder mijn communicatie uit te komen. Als hij dat doet heb ik twee mogelijkheden: ik laat hem zijn gang gaan, meestal komt hij meteen weer terug, of ik ‘help’ hem een handje: ik voeg nog wat energie toe met mijn stick en string waardoor hij in hoog tempo over het veld draaft of galoppeert.
Beide strategieën leiden ertoe dat hij beweegt en vooral mentaal geprikkeld is. Hij is erbij met zijn gedachten. Zijn state verandert van “ongeïnteresseerd en lui” naar “actief en alert”. Daarbij komt dat hij zijn lichaam traint. Door zijn meer opgewonden state gebruikt hij zijn lichaam beter, zijn achterbenen gaan er meer onder en hij strekt zijn voorbenen. Nog niet ontspannen maar dat komt later. Na een tijdje komt hij weer naar me toe. Ik aai hem als hij bij me staat. Ik wil het comfortabel en prettig voor hem maken om bij me te zijn. Dan vraag ik hem weer om me heen te cirkelen. Nu blijft hij wel bij me.
Aan de lijn heb ik hem geleerd zijn hals te strekken op een gebaar van mij. Zonder lijn gaat dat nu ook. Hij loopt netjes voorwaarts-neerwaarts, geheel op eigen benen. Na een tijdje vraag ik hem dichter bij me op een kleinere cirkel, in stap. Hij buigt netjes en ik vraag hem met de stick zijn binnenachterbeen wat meer onder te zetten. Dan rust, bij me staan… Terug op de cirkel in draf. Dan galop. Door de opwinding wijkt hij een keer van de cirkel af, het veld in. Ik vraag hem weer terug. Hij stormt op me af. Ik vraag een pirouette. Hij doet het, graag!
Inmiddels hebben we een breed pakket aan oefeningen die we in vrijheid kunnen doen: stap, draf, galop en achterwaarts op de cirkel, overgangen, vernaderen van richting, onderstappen, voorwaarts-neerwaarts lopen, onderstappen, zijwaarts, pirouette. Alles hebben we eerst geleerd in de roundpen, aan de lijn. Nu kunnen we dat gebruiken om ook in vrijheid fysiek te trainen. Omdat ik minder controle heb over het proces moet ik meer inspelen op wat Skip me aanbiedt. Door de interactie wordt de training interessant en leuk voor allebei. Krijg ik toch nog een ‘werklustig’ paard…!